De nieuwe ‘Pakjeswet’

Volgens de wetgever wordt de sector van de pakketdistributie momenteel gekenmerkt door een hoge mate van onderaanneming via kleinere distributiebedrijven, hevige concurrentie en kleine winstmarges. Deze situatie zou de lonen / vergoedingen in de sector onder druk zetten, en zou een klimaat creëren voor sociale en fiscale fraude.

Om hieraan het hoofd te bieden werd een wetgevend initiatief gelanceerd, dat uiteindelijk resulteerde in de zogenaamde Pakjeswet. Deze wet beoogt de verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de postpakketbezorgers in België, de bestrijding van sociale en fiscale fraude en een eerlijke concurrentie.

De Pakjeswet roept een aantal nieuwe of bijkomende verplichtingen in het leven die op een verschillend tijdstip in werking treden in de periode tussen januari 2024 en juli 2026. Hierna geven we een chronologisch overzicht van de inwerkingtreding van de verschillende bepalingen.

Eerst gaan we wat dieper in op het toepassingsgebied van de Pakjeswet, alsook op het uitgebreide aansprakelijkheidsregime.

Toepassingsgebied

De Pakjeswet is van toepassing op de distributie van ‘postpakketten’, waarbij er een beroep wordt gedaan op ‘pakketbezorgers’. In de omgangstaal ook bekend onder de naam “last mile” distributie.

Onder ‘postpakketten’ wordt verstaan: een postzending die goederen met of zonder handelswaarde bevat met een maximaal gewicht van 31,5 kg. Brievenpost wordt uitdrukkelijk uitgesloten van het toepassingsgebied.

‘Pakketbezorgers’ zijn natuurlijke personen die belast zijn met de pakketbezorgingsdienst voor rekening van een aanbieder van postdiensten, een rechtstreekse onderaannemer of een onderaannemer.

De nieuwe regels zijn van toepassing op de distributie van postpakketten zowel:

• vanuit België naar een Belgisch adres, als

• vanuit België naar een buitenlands adres, of

• vanuit het buitenland naar een Belgisch adres

De Pakjeswet is niet van toepassing op ondernemingen die aan zelfbezorging doen.

In de memorie van toelichting bij de Pakjeswet lezen we dat er sprake is van zelfbezorging indien:

(i) hetzij de natuurlijke persoon of rechtspersoon die deze dienst verricht, zijn eigen goederen distribueert door middel van zijn eigen netwerk (dat wil zeggen zijn eigen infrastructuur en zijn loontrekkenden of uitzendkrachten);

(ii) hetzij de natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn eigen goederen distribueert door een beroep te doen op een of meer onderaannemers die uitsluitend voor die persoon werken.

Dit kan bijvoorbeeld gaan om het leveren aan huis van nog te bereiden gerechten die worden geleverd via het eigen netwerk van de onderneming zoals blijkt uit de bestelwagens waarop hun merk staat, hetzij door een uniek netwerk van onderaannemers-bezorgers die uitsluitend werken voor de producent van die nog te bereiden gerechten.

Het is belangrijk te benadrukken dat het uitsluitend om de distributie van eigen goederen moet gaan om te spreken van zelfbezorging, van zodra er door de onderneming (of de onderaannemer) eveneens wordt aangeboden om pakketten te leveren voor derden valt de onderneming onder het toepassingsgebied van de Pakjeswet.

Aansprakelijkheid

Sinds 7 januari 2024 werd de aansprakelijkheid van de opdrachtgever verruimd. De opdrachtgever kan aansprakelijk gesteld wordt voor elke inbreuk op de essentiële eisen inzake arbeidsvoorwaarden en – omstandigheden en RSZ-verplichtingen door zijn rechtstreekse onderaannemer.

Het betreft hier een vermoeden van aansprakelijkheid dat weerlegd kan worden door de opdrachtgever door aan te tonen dat hij niet nalatig is geweest omdat hij toezicht heeft uitgeoefend op de naleving van de essentiële eisen door zijn rechtstreekse onderaannemer.

Er wordt evenwel in een verzwaring van de aansprakelijkheid voorzien in het geval dat de rechtstreekse onderaannemer geen geldige kennisgeving heeft verricht als aanbieder van postdiensten (zie verder ‘Registratieplicht’). Hier betreft het een niet-weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid.

Vanaf 1 mei 2024

Registratieplicht

Vanaf 1 mei 2024 dienen alle aanbieders, zowel opdrachtgevers als onderaannemers, van pakketdistributiediensten zich te registreren bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (‘BIPT’).

Deze registratie zal via de website www.belparcel.be verlopen, waar u volgende gegevens zal moeten ingeven:

• De naam en het KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen) van uw bedrijf

• Een contactpersoon en contactgegevens

• De startdatum van uw activiteit als last-mile koerierbedrijf

• Een geldige nationale of communautaire vergunning voor goederenvervoer over de weg (als u er houder van bent)

Om deze kennisgeving te verrichten zal er eveneens een retributie (administratieve kost) van 200 euro aangerekend worden.

Wijzigingen in voormelde gegevens dienen te worden doorgegeven binnen een termijn van 14 dagen vanaf de dag waarop de wijziging zich heeft voorgedaan.

Een voorziene stopzetting van de pakketdistributiediensten dient uiterlijk op de dag van de stopzetting te worden gemeld.

Aanstelling coördinator

Verder dienen opdrachtgevers en onderaannemers die een beroep doen op pakketbezorgers vanaf 1 mei 2024 een coördinator aan te stellen die de volgende opdracht heeft:

• de pakketbezorgers informeren over hun rechten en plichten in toepassing van de Pakjeswet;

• een waakzaamheidsplan opstellen om mogelijke risico's op inbreuken op de Pakjeswet en op het arbeids- en socialezekerheidsrecht te identificeren en, in voorkomend geval, hieraan te remediëren.

Verdere details over de functievereisten en het takenpakket, alsook over het waakzaamheidsplan moeten nog verder worden uitgewerkt in een Koninklijk Besluit.

Vanaf 1 augustus 2024

Zesmaandelijkse rapporteringsverplichting

Naast het feit dat het BIPT op elk moment alle nuttige informatie kan opvragen, wordt er ook een proactieve zesmaandelijkse rapporteringsverplichting in het leven geroepen.

Deze rapporteringsverplichting, die in de praktijk voor de eerste keer zal moeten vervuld worden ten laatste op 31 januari 2025, houdt in dat aan het BIPT volgende informatie moet worden meegedeeld:

• de naam, het adres en de contactgegevens van de rechtstreekse onderaannemers op wie zij een beroep doen voor de distributie van pakketten in België;

• indien zij zelf onderaannemers zijn, de werken, de naam, het adres en de contactgegevens van de opdrachtgevers voor rekening van wie zij pakketdistributiediensten verrichten in België;

• de naam en contactgegevens van de coördinator, in voorkomend geval de naam en contactgegevens van de vervoersmanager van de onderneming of van de persoon in het bezit van het getuigschrift vakbekwaamheid van vervoerscommissionair en belast met het dagelijks beheer;

• het aantal pakketten dat elk van zijn rechtstreekse onderaannemers heeft verdeeld in het voorbije semester alsook de vergoedingen die aan elke onderaannemer betaald zijn als tegenprestatie voor de voor hun gepresteerde pakketdistributiediensten gedurende het voorbije semester. Indien zij zelf in onderaanneming werken, het aantal pakketten en de factuurbedragen voor elke opdrachtgever die een aanbieder van postdiensten is;

• de lokalisatie van de distributiecentra;

• een korte beschrijving van de diensten waarvan de aanbieding wordt voorzien.

De rapporteringsplicht dient uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op het semester te worden vervuld.

Registratie van de dagelijkse pakketdistributietijd

Elke opdrachtgever en onderaannemer is vanaf 1 augustus 2024 verplicht de dagelijkse pakketdistributietijd te registreren van elke pakketbezorger. De pakketdistributietijd is de periode te rekenen vanaf het ogenblik waarop het vervoer start op de plaats waar de pakketdistributiediensten aanvangen tot het ogenblik waarop het vervoer stopt op de plaats waar de pakketdistributiediensten eindigen.

Deze verplichting geldt niet indien de pakketdistributiediensten in België verricht worden met een voertuig onderworpen aan het verplicht gebruik van een tachograaf en naleving van de rij- en rusttijden.

De invoering van de verplichting van een tijdregistratiesysteem verloopt in twee fasen en heeft tot doel zwartwerk en sociale fraude te bestrijden en de werkomstandigheden en verkeersveiligheid van pakketbezorgers te verbeteren.

In een eerste fase vanaf 1 augustus 2024 tot 1 april 2025 gebeurt de registratie via een elektronisch formulier ter beschikking gesteld door de RSZ via de website www.belparcel.be. Via deze toepassing kunnen volgende gegevens worden geregistreerd:

• het unieke identificatienummer, INSZ, van de pakketbezorger bij de Belgische sociale zekerheid. Voor inwoners van België is het identiek aan het Rijksregisternummer. Voor niet-inwoners van België is dat het nummer in het BIS-register van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

• de hoedanigheid waarin de pakketbezorger de pakketdistributiediensten verricht;

• in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de werkgever van de pakketbezorger;

• in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de opdrachtgever van de zelfstandige pakketbezorger;

• de lokalisatie van de plaats waar de pakketdistributiediensten starten en waar deze eindigen;

• per dag, het tijdstip van het begin van de pakketdistributietijd per opdrachtgever;

• per dag, het tijdstip van het voorziene einduur van de pakketdistributietijd per opdrachtgever;

• het tijdstip van de tijdregistratie.

De gegevens inzake tijdregistratie worden uiterlijk op het tijdstip van aanvang van de pakketdistributie geregistreerd. De tijdregistratie kan gewijzigd worden uiterlijk binnen acht uur volgend op het einduur zoals initieel voorzien in de registratie. Wanneer het initieel geregistreerde einduur tussen 20 en 24 uur valt, kan de tijdregistratie gewijzigd worden tot uiterlijk acht uur 's morgens de volgende kalenderdag.

De tijdregistratie kan worden geannuleerd tot het einde van de dag waarop deze betrekking heeft. Wanneer de tijdsregistratie betrekking heeft op een periode van twee of meer dagen, dan dient deze te worden geannuleerd uiterlijk op het einde van de eerste dag waarop de tijdregistratie betrekking heeft.

De opdrachtgever en de onderaannemer kunnen ook hun eigen elektronisch tijdregistratiesysteem gebruiken, indien dat gelijkwaardige waarborgen biedt, onder andere inzake veiligheid en integriteit van de gegevens.

Op voorstel van het paritair overlegorgaan, kan bij KB een (model van) papieren registratie van pakketdistributietijd worden voorzien.

Vervolgens, in een tweede fase, momenteel voorzien om in werking te treden vanaf 1 april 2025, gebeurt de tijdsregistratie verplicht via een registratieapparaat of een systeem waarin de gegevens kunnen geregistreerd worden en dat toelaat om deze gegevens door te zenden naar een geautomatiseerde gegevensbank beheerd door de RSZ. Bij Koninklijk Besluit zal worden gepreciseerd aan welke voorwaarden het registratiesysteem zal moeten voldoen.

De opdrachtgever, tenzij anders overeengekomen, stelt het tijdregistratiesysteem ter beschikking van de onderaannemers op wie hij een beroep doet. Zowel de opdrachtgever als de onderaannemer zullen er op toezien dat de pakketbezorger het begin en het einde van zijn pakketdistributietijden vanaf de plaats waar de pakketdistributiediensten worden verstrekt, registreert op het ogenblik dat deze pakketdistributietijden beginnen en eindigen.

Vanaf 1 oktober 2024

Minimumvergoeding

Opdrachtgevers moeten vanaf 1 oktober 2024 een minimumvergoeding betalen aan de onderaannemers waarop zij beroep doen.

Deze minimumvergoeding omvat:

• het minimale geïndexeerde uurloon zonder anciënniteitspremie van toepassing op de werknemersklasse R1 van de loon- en functieclassificatie van het rijdend personeel, zoals bepaald door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten en van toepassing op werkgevers en werknemers van het paritair subcomité 140.03 voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden, vermeerderd met de werkgeverslasten;

• de vervoerkosten: naargelang het gebruikte vervoermiddel:

a) dienstverlener met een fiets;

b) dienstverlener met een gemotoriseerd voertuig;

• de andere kosten omvatten onder andere:

a) de administratieve en fiscale kosten;

b) de kosten van verzekeringen.

De concrete berekeningsmethode dient nog bij Koninklijk Besluit te worden vastgelegd. De exacte bedragen zullen worden gepubliceerd door de FOD Economie.

Deze minimumvergoeding geldt enkel tussen opdrachtgever en onderaannemer, deze heeft geen invloed op de geldende sectorale loonbarema’s voor de postpakketbezorgers die als werknemer tewerkgesteld worden.

Vanaf 1 april 2025

Identificatieplicht onderaannemers

Als de opdrachtgever beroep doet op onderaannemers dan dient hij vanaf 1 april 2025 aan de RSZ alle juiste inlichtingen opgeven die nodig zijn, in welk stadium ook, om alle onderaannemers te identificeren.

Als een onderaannemer op zijn beurt een beroep doet op een andere onderaannemer dan zal hij de opdrachtgever hiervan op voorhand informeren en hem alle inlichtingen bezorgen die nodig zijn en bestemd zijn voor de RSZ.

Vanaf 1 juli 2026

Begrenzing pakketdistributietijd

Vanaf 1 juli 2026 zal er ook een maximale pakketdistributietijd gelden:

• Maximaal 9u/dag – tweemaal per week mag deze grens verhoogd worden tot 10u;

• Wekelijks maximaal 56u;

• Tweewekelijks maximaal 90u.

Deze begrenzing geldt niet voor de pakketbezorgers die pakketdistributiediensten in België verrichten met een voertuig onderworpen aan het verplicht gebruik van een tachograaf en naleving van de rij- en rusttijden.

Deze begrenzing doet geen afbreuk aan de sectoraal bepaalde maximale arbeidsduurgrenzen, die nog steeds gelden voor pakketbezorgers die als werknemer tewerkgesteld zijn.

Sancties

Niet-naleving door de opdrachtgever of de onderaannemer van de verplichtingen inzake de registratie van de pakketdistributietijd wordt bestraft met een sanctie van niveau 2:

• Een strafrechtelijke geldboete van 400 euro tot 4.000 euro; hetzij

• een administratieve geldboete van 200 euro tot 2.000 euro.

De boete wordt vermenigvuldigd met het aantal pakketbezorgers voor wie er geen pakketdistributietijdregistratie bestaat.

Legal Paycover